De arbeid

De eerste plicht van de monniken bestaat erin zich toe te leggen op de geestelijke, innerlijke arbeid van hun bekering. Maar zij moeten zich eveneens bezighouden met de alledaagse werkelijkheid. Dit is tevens een toetssteen voor de ernst van hun contemplatieve leven. De hele monastieke traditie beklemtoont al vanaf haar ontstaan het belang van de arbeid, of die nu lichamelijk of geestelijk is.

 

Van oudsher slaan de cisterciënzermonniken, en vooral de trappisten, de handarbeid hoog aan, met name het bewerken van de grond. De economische mutaties van onze tijd hebben de arbeid in de kloosters in een andere richting geduwd. De abdij van Rochefort heeft de landbouwactiviteiten in 1960 stopgezet. Sindsdien draait de hele economie van het klooster op een kleine brouwerij. Al sinds de Middeleeuwen produceren de landen van Noord-Europa een drank gemaakt op basis van graan: bier. Daarom kon men ook in de meeste kloosters brouwerijen vinden.

De h.Jozef, in het poortgebouw van het klooster