De monastieke ascese

De eerste cisterciënzers noemden hun kloosters 'Scola Caritatis' – een school waar men leert beminnen. Om werkelijk te beminnen, moet men helemaal van zichzelf loskomen en zijn hart tot God wenden in het gebed en tot de anderen in broederlijke naastenliefde. Zichzelf vergeten om zich enkel te richten op God en op de anderen: dat gaat niet vanzelf. 'De egoïstische neigingen van het vlees' waarover de heilige Paulus spreekt, werken het vuur van het hart voortdurend tegen.


In de tuin van de retraitanten

Bibliotheek van het gastenverblijf

 

Slechts na langdurige oefening en een moeizaam gevecht tegen zichzelf, de wereld en de demonen, zal de monnik kunnen genieten van de vrijheid om lief te hebben. Alle ascetische voorschriften zijn erop gericht om de wil buigzaam te maken en zo de monnik in staat te stellen werkelijk te beminnen. Het hart van de mensen is als een bloem met gesloten blaadjes. Alle monastieke 'moeite' bestaat erin om de blaadjes van het hart open te laten gaan onder de stralen van de goddelijke Zon, de Christus. Dan pas wordt de kleur van de bloem zichtbaar en kan men de heerlijke geur van elk hart inademen.